De nipte 8-7 overwinning van de vrouwen van Waterpolo Den Haag kwam zaterdagavond bij tegenstander HBW als een mokerslag aan. De Bilthovense thuisploeg had namelijk alle troeven voor de zege in handen. Zo kon de Haagse midachter Amber van Veen de wedstrijd in de eerste periode verlaten en lag aanvoerster Simone van Eijk later met een blauw oog aangeslagen in het water. Daarnaast speelden de Haagse eredivisionisten dertien keer met een vrouw minder tegen vijf uitsluitingen voor HBW. Toch was het de ploeg van Joey de Beer die dankzij een treffer van midvoor Kimberly de Pater twee seconden voor tijd aan het langste eind trok. „En dat was dik verdiend ook” vond de Haagse coach. „Ons bleef hier weinig bespaard. Zoals de verwijdering van Amber, die slechts haar handen opstak omdat ze een beslissing van de scheidsrechter niet kon plaatsen. En vervolgens met definitieve verwijdering met vervanging werd bestraft. Ook een strafworp bij 2-0 in ons voordeel gaf te denken. En dan al die uitsluitingen van ons. De verhouding was kompleet zoek want Brandenburg ging er vaak heel stevig in”.
De Haagse strategie, met Femke Tamminga en De Pater afwisselend op de midvoorplaats miste zijn uitwerking echter niet. De acties van het sterke duo vroegen veel aandacht en energie van Brandenburg waarvan Iris Ruitenbeek (3x), De Pater (2), Paans, Van Eijk en De Jong gretig profiteerden. „Mijn meiden toonden vanavond karakter over doorzettingsvermogen en bepaalden daarmee het spel. En dan win je zo’n zware partij” stelde De Beer tevreden vast. Dankzij dit resultaat klom Den Haag van de laatste plaats naar de achtste positie.
Bron: AD / Jos Praat